Herfst in Parijs met een helderblauwe lucht en gouden zonnestralen: mooier gaat het niet worden! Wij hadden dit geluk bij ons laatste bezoek aan Parijs. Ideaal weer om door de stad te slenteren. Daarbij pakten we natuurlijk ook wat parken en tuinen mee als groene boostershot en om ideeën op te doen. Wandel je met ons mee?
Coulée verte René-Dumont
We begonnen met de Coulée verte René-Dumont. Ook wel bekend onder de oude naam van Promenade plantée, een groen lint dat de oude spoorlijn van Bastille richting Bois de Vincennes volgt. De Coulée verte begint bij de Avenue Daumesnil en ligt 10 meter hoog op een voormalig spoorviaduct. Deze groene wandelroute is bijna 5 kilometer en beplant met bomen, heesters, bloemen en kruien. De groene wandelpromenade werd vanaf 1988 ingericht. Daarmee is de Coulée verte het oudste ‘spoorbrugpark’ in de wereld. Het idee is daarna in veel steden nagevolgd waaronder in New York met het High Line park. Doordat de Coulée verte al 35 jaar geleden is aangelegd, zijn de bomen echte bomen en geen spitse stammetjes. Aanleg op een viaduct heeft ook zo zijn beperkingen, qua soortenrijkdom is het niet een must see. Wel kom je onderweg ook street art tegen. Het is dus een fijne groene wandelroute en hardlopers kunnen er ook hun hart ophalen. Minpuntje is dat je geen rondje kunt lopen, net als bij de trein heb je een ‘aller-retour’ nodig.
Jardins des Plantes
Onze volgende stop zijn de Jardins des Plantes. In 1635 begon Lodewijk XIII met de Jardin du Roi, een tuin met geneeskrachtige planten. Deze botanische tuin werd steeds verder uitgebreid en vanuit alle windstreken werden planten verzameld. Ook het natuurhistorisch museum vond hier een plekje, net als een doolhof en dierentuin. De botanische tuin ontrolt zich majestueus voor je als je vanaf Pont d’Austerlitz de tuinen in loopt. De tuinen zijn klassiek ingericht met strakke geometrische vormen. En tiptop onderhouden. In de borders staan heel veel verschillende soorten planten, keurig voorzien van bordjes met de Latijnse namen. Ook de glazen kas is een grote blikvanger. Binnenin kun je tropische planten bekijken.
Arène de Lutèce
Vanaf de Jardins des Plantes is het een klein stukje naar de Arène de Lutèce, de locatie van het antieke amfitheater. Als je vanaf de Rue des Arènes het Square Capitan oploopt, kom je een kleiner park tegen. Tien jaar geleden was het nog een speeltuin met poepveldje voor de hond. Inmiddels is het veldje omgevormd en volledig beplant. Het resultaat is een prachtige tuin met op de achtergrond de trappen die leiden naar de tribune van de arena. Zelfs in oktober is het een kleurige bloemenweelde.
Jardins de Rosiers-Joseph Migneret
We sluiten onze tuinentoer af in de Marais. Daar bezoeken we de Jardins de Rosiers – Joseph Migneret. Deze tuin is ingesloten door hoge gebouwen rondom. Langs de muren staan leibomen waardoor de hoge muren iets vriendelijker overkomen. De tuin is vernoemd naar Joseph Migneret, de directeur van een basisschool die tijdens de oorlog valse papieren regelde voor Joodse kinderen in deze buurt. Om de gedeporteerde kinderen niet te vergeten, staan hun namen vermeld bij de ingang. Deze gemeenschappelijke tuin is afgesnoept van de voormalige privétuinen. Nu wordt de tuin door vrijwilligers bijgehouden. Ook is er een deel met permacultuur en een stuk waar de natuur zijn gang mag gaan. Indrukwekkend vond ik de oude vijgenboom die ongeveer halverwege staat.
De Jardins de Rosiers zijn qua beplanting niet heel interessant. Maar het is wel een goed voorbeeld van de democratisering van tuinen. Waar de Jardins du Roi alleen voor de koning waren, zijn de tuinen van nu veel meer publiek bezit. Met Parijzenaren die samen het onderhoud doen en zo deze verscholen oases groen houden. Een fijn rustpunt in de drukke stad.