Lavoir Fosse Dionne
Tonnerre ligt in de Noord Bourgogne en is een klein provincieplaatsje met ongeveer 5.000 inwoners. De grootste bezienswaardigheid van Tonnerre is de ‘Fosse Dionne’, een wasplaats (lavoir) gebouwd rond een natuurlijke bron. De bron wordt gevoed door een onderaardse rivier waarvan de exacte oorsprong onbekend is. Duikers hebben geprobeerd om de loop van de onderaardse rivier in kaart te brengen. In 1976 heeft een duiker de rivier 360 meter gevolgd waarbij hij 61 meter is afgedaald. Een zeer gevaarlijke duik en sinds het laatste sterfgeval in 1996 mogen duikers niet meer in de bron afdalen. Daarom blijft de herkomst van de bron een raadsel. Ook de Kelten verbaasden zich over deze mysterieuze bron die ze daarom aanduidden met ‘Fons divina’: goddelijke bron. De naam Fosse Dionne is afgeleid van deze Keltische benaming.
Drie ontstaanslegenden Fosse Dionn

Verschillende legenden worden over de Fosse Dionne verteld. Drie legenden ‘verklaren’ de oorsprong van de bron. De eerste verhaalt over Saint Jean die hoorde dat reizigers bij een put werden lastig gevallen door een basilisk, een fabeldier met het lijf van een slang en de kop van een draak. Een blik van de basilisk verblindt onmiddellijk. Saint Jean groef met een spade een gat in de grond op zoek naar de basilisk. Daarmee bezwoer hij het noodlot en doodde de basilisk. Ook creëerde hij zo een watergang waarlangs het water weg kon stromen naar de rivier de Armaçon. In de tweede legende komt de eer de maagd Maria toe. Een meisje liep ’s avonds naar huis door de donkere en modderige straatjes. Plotseling voelde zij de aanwezigheid van de Duivel achter zich, op zoek naar een nieuw slachtoffer. Ze bad tot de Maagd Maria die voor haar verscheen en haar smaragdkleurige mantel uitspreidde op de grond. Direct veranderde de grond in een krater gevuld met helderblauw water. De Maagd nam het meisje met haar mee de krater in en zo ontkwam zij aan de Duivel. Daarbij vergat Maria haar mantel en zo komt La Fosse Dionne aan de groenblauwe kleur. In de laatste legende speelt wederom de Duivel een rol. Een zwarte ruiter nadert het jongetje Pierre en vraagt waar hij zijn paard kan drenken. Pierre wijst hem de Fosse Dionne. Direct galoppeert de ruiter weg waarbij hij een buidel munten verliest. Pierre kan zijn geluk niet op en koopt eten. Maar het eten is betoverd: het smaakt vreselijk en bezorgt hem enorme buikpijnen. Vol berouw gaat hij naar de Fosse Dionne. Hij wil de munten in de bron werpen maar de heilige bisschop Palladius houdt hem tegen. Pierre bekent hem vlug zijn zonde en gooit de munten in het water. Maar de ban van de betoverde munten wordt niet verbroken tot de bisschop het water en de duivelse munten afdekt met zijn mantel. Lange tijd kolkt, kookt en bruist het water. Als het water is gekalmeerd, blijkt de bodem van de bron te zijn meegevoerd in de diepte van de hel.
Van Fosse Dionne naar Saint Pierre kerk

Kies zelf je favoriete ontstaansgeschiedenis, wij hebben een voorkeur voor de kleine Pierre en Palladius. Maar deze legende verklaart niet de felblauwe kleur van de bron. Feiten leren dat de bron turkooisblauw is door de diepte van het water. Een kleur die je eerder associeert met wuivende palmen en hagelwitte zandstranden dan met een wasplaats. In 1758 is de huidige wasplaats aangelegd rond de bron. Vier schoorstenen zijn geplaatst om het water te verwarmen voor de was. De wasplaats is gebruikt tot in de jaren 60 de wasmachine overal zijn intrede deed. De gebouwen rondom de bron zijn later gebouwd. De aangrenzende La Ferme de la Fosse Dionne is een voormalige boerderij met een paar chambres d’hôtes, eenvoudig restaurant en de verkoop van regionale producten, brocante en spulletjes uit grootmoeders tijd. Vanaf de Fosse Dionne kun je ook een pad volgen dat naar de hoger gelegen Saint Pierre kerk leidt.
Hotel Dieu met hospitaalmuseum
Vanaf de Saint Pierre kerk overzie je Tonnerre dat tientallen meters lager ligt. Wat vooral in het oog springt, is het enorme dak van het Hôtel Dieu. Dit is een van de grootste middeleeuwse ziekenhuizen en doet qua afmetingen niet onder voor het bekende en beeldbepalende Hôtel Dieu in Beaune. Het Hôtel Dieu in Tonnerre werd in 1293 gesticht en gefinancierd door Marguerite van Bourgogne. Het enorme gebouw is in slechts twee jaar tijd gebouwd. Nu is het Hôtel Dieu ingericht als hospitaalmuseum en geeft het een beeld van het ziekenhuisleven in de middeleeuwen. Het Hôtel Dieu huisvest ook het Office de Tourisme.
Tonnerre aan de Armançon

Tonnerre ligt aan de rivier de Armançon. Ook door de stad loopt een aftakking, klein Venetië genaamd. Dat is iets te veel eer voor deze gracht waar inderdaad een paar huizen direct aan het water grenzen. Maar duidelijk is dat water in belangrijke rol speelt in Tonnerre. Water van een ‘goddelijke bron’ voor een wel heel dagelijkse toepassing.
Meer informatie: Office de Tourisme van Tonnerre